‘Is geld nog wat het was?’ In 2020 ging ik me dat afvragen door twee fenomenen die toen naar mijn indruk niet meer waren af te doen als een hype die weer overwaait, respectievelijk een eenmalige gebeurtenis. Met stijgende verbazing zag ik hoe de populariteit van cryptomunten als betaal- of speculatieinstrument explodeerde. Niks winst, huur, pacht, dividend of coupon als zekerheid om een crypto als belegging geloofwaardig te maken. Tegelijkertijd – en los daarvan – zag ik de ECB met zijn opkoopprogramma’s, in een poging de verwachte economische implosie als gevolg van lock-down te temperen, ongelimiteerd geld beschikbaar maken voor overheden en bedrijven.
In beide situaties werden oude, ijzeren axioma’s van prudent financieel handelen probleemloos overboord gegooid. Dus ook niks buffers of extra belastinginkomsten als steunpilaren onder overheidfinanciering. De opkoopprogramma’s na de kredietcrisis van 10 jaar geleden waren al Keynes tot de 3e macht, maar dat die truc in 2020 klakkeloos kon worden herhaald en geïntensiveerd impliceerde een afscheid van oude waarheden. Maar goed, het medicijn werkte, en niemand zeurt erover. Het is enerzijds bevrijdend dat traditioneel, prudent fiscaal beleid nu bij het vuilnis werd gezet (in de Griekenland-crisis klopten Mark Rutte en Jeroen Dijsselbloem zich ermee op de borst), maar het is ook heel wonderlijk. Geld is nu, meer dan ooit, etherisch.
Dit blijkt nog duidelijker uit die doorbraak van cryptomunten; het vertrouwen dat er genoeg partijen zijn die in de waarde van virtuele munt geloven, is al voldoende voor bestaansrecht. Helemaal nieuw is dat natuurlijk niet want als beleggingsobject lijken crypto’s op goud, en ook wel op kunst. Ook dat zijn beleggingen zonder yield, en in essentie fiduciair. Een schilderij van Mondriaan, niet meer dan wat kanvas, hout en opgedroogde verf, kan tientallen miljoenen representeren. Beauty, dus ook value, are in the eye of the beholder. Nieuw is dat niet alleen uitgevers van crypto’s daarop speculeren, maar dat ook centrale banken dit nu onomwonden accepteren.
Een vraag die opkomt in zo’n wereld waarin de aard van geld echt veranderde, is wat dat betekent voor auditors die cijfers moeten certificeren van bedrijven die met dat nieuwe geld werken. Nu is dat nog een marginaal verschijnsel; wellicht ook omdat een deel van de bedrijven die graag met crypto’s werken, in het grijze of zwarte circuit opereren. Als die ook in de bovenwereld een ‘avatar’ hebben, zullen ze daarin over hun crypto-zaken vast niet rapporteren. De kwestie wordt meer actueel als er serieuze ondernemingen ontstaan die legaal zaken doen in meerdere crypto’s, bijvoorbeeld Tesla. Vaktechnici bedachten inmiddels een oplossing: behandel crypto’s als immateriële activa. Dus rapporteer winst pas als die is gerealiseerd en omgezet is in een erkende valuta. En boek af zodra de waarde – in erkende valuta – lager is dan bij aanschaf. Maar dat veronderstelt een meetlat in een klassieke valuta. Bovendien zullen accountants verantwoordingsdocumenten moeten beoordelen waarin op de balans niet alleen onder de activa immateriële waarden (zoals goodwill) voorkomen maar ook onder de passiva en in de resultaten. En hoe moet het straks met bedrijven die nog uitsluitend zaken doen in crypto’s? Als bedrijfsresultaten binnen één erkende valuta al heftig kunnen fluctueren, hoe kan dan een jaarrekening houvast bieden waarin ook de diverse munteenheden als jojo’s op en neer gaan? Om een jaarekening onder één nummer te brengen zou één crypto als rapportage-eenheid gekozen moeten worden, en andere munten via een wisselkoers daarin moeten worden uitgedrukt. Maar is Ethereums of Dashes terugrekenen naar Bitcoins niet zoiets als Andy Warhol-eenheden omrekenen in Damian Hirst-munten? Mij duizelt het. Hoe moet dat? Elk balansitem clausuleren als een soort P.M.-post? Dus met de toevoeging: I.T.E.O.T.B. (In the eye of the beholder)? Ik wens accountants en beleggers veel succes!
in VBA Journaal door Bert Bakker