Een soort Big Bang, dat is wat ik voorzie als straks het nieuwe pensioenstelsel is ingevoerd. Alles wat de sector buikpijn bezorgde – vooral de berekening van dekkingsgraden, maar ook het chronisch gebrek aan betrokkenheid van werknemers bij het beheren en besturen van die mega-spaarpotten – wordt van tafel geveegd zodra in een defined contribution systeem de opgebouwde pensioenreserves individueel toegerekend kunnen worden.
Lang geleden – eind jaren ’80 – dook ik in het kader van een 5-delige reeks artikelen voor Elsevier Weekblad diep de wereld van de pensioenfondsen in. Ik herinner me haarscherp hoezeer het regenteske karakter van de sector me opviel. Een illustrator van Elsevier Weekblad tekende een cartoon waarop pensioenfondsbestuurders werden geportretteerd zoals op zo’n 17e eeuws schilderij met de regenten van een oudevrouwenhuis aan een lange tafel – de toeschouwer aankijkend met hun streng-maar-rechtvaardige blik.
De wereld van ondernemings- en bedrijfstakfondsen was inderdaad paternalistisch, en is dat tot op heden gebleven. Maar het was ook klip en klaar waaróm. Nee, geen geheime agenda’s van bestuurders om invloed van fondsdeelnemers te weren. Nee, het was puur het gevolg van de manier waarop de fondsensystematiek was ingericht. Gevoed met premies – deels ingehouden op het werknemersloon, was er sprake van verplicht sparen. En aan de kant van de uitkeringen was het solidariteitsprincipe leidend. Er was bijna niets waarop (toekomstig) pensioengerechtigden als individu invloed konden uitoefenen. Dus dachten die: ‘het wordt voor ons geregeld, we wachten maar af.’ De termen ‘regentesk en paternalistisch’ gebruik ik dus dus niet normatief maar puur beschrijvend.
Natuurlijk is óók waar, dat paternalisme over de volle breedte in de Nederlandse bestuurscultuur voorkomt. Typerend voor de polder is dat bestuurders denken: ’wij weten wat goed is voor de mensen’. En die mensen denken: ‘We vertrouwen erop dat ‘de hoge heren’ het regelen.’ Gemakzuchtig ja, maar ook een positief symptoom van onze ‘high trust society’ (term van Francis Fukuyama).
Maar het krachtenveld dat in pensioenfondsenland sinds de oorlog is gegroeid en de rechthebbenden zo apathisch maakte, gaat onvermijdelijk veranderen door de overstap van defined benefit naar defined contribution. Dat schept immers zoveel meer helderheid. Werkgevers kunnen overschotten niet meer afromen, maar hoeven ook niet bij te storten als er tekorten ontstaan. Deelnemers zullen straks zien dat ze echt een eigen spaarpot hebben. Eindelijk weten ze waar ze aan toe zijn.
Overigens had de nieuwe situatie wellicht ook 50 jaar geleden al kunnen ontstaan. Tijdens de gesprekken voor de Elsevier Weekblad-serie hoorde ik over het voorstel dat werkgevers in de jaren ’70 aan toenmalig vakbondsbestuurder Wim Kok zouden hebben voorgesteld. Namelijk: ‘Wij stoppen een vast percentage van de salarissen van onze werknemers als pensioenpremie in een pot, en die wordt door jullie, de werknemers, (c.q. de vakbonden) beheerd. Kok zou dat aanbod hebben afgeslagen omdat hij zich niet comfortabel voelde bij de verantwoordelijkheid van het moeten beheren van miljarden (hoewel zoveel geld ook veel macht voor werknemers heeft geïmpliceerd). Daarnaast omdat werkgevers dan niet meer zouden bijpassen in het geval van tekorten.
Maar nu weer terug naar waarom ik die Big Bang verwacht: als deelnemers kunnen volgen hoeveel rendement er jaarlijks op hun spaarpotje-voor-de-oude-dag wordt gemaakt, en ook hoeveel beheerkosten er in rekening wordt gebracht, lijkt het onvermijdelijk dat ze gaan vergelijken met rendement en kosten van commerciële beleggingsfondsen. Als hún pensioenfonds in een bepaald jaar 5 % netto rendement maakte, en een vergelijkbaar gespreid ETFfonds 7% dan zal dat vragen uitlokken. Over de beleggingsfilosofie en -stijl. Over de afweging zélf beleggen of uitbesteden aan grote fondsenhuizen. Over beleggen in trackers. Dat zal eindelijk zorgen voor die impuls voor meer betrokkenheid van de pensioengerechtigden. De hardnekkige desinteresse van deelnemers kan dan zomaar omslaan in een soort aandeelhoudersactivisme.
Regenten, maakt uw borst maar nat!
in VBA Journaal door Bert Bakker