Association of Investment Professionals in the Netherlands
My membership

Hebzucht, ambitie en buiten de lijntjes kleuren

Back to recent publications

Na ruim 11 jaar ga ik met ingang van dit nummer de redactie van het VBA Journaal verlaten. Ik heb het met veel plezier gedaan, alleen de worstelingen met de deadlines maakten mij erg onrustig. Irma hield mij al die jaren standvastig aan mijn goede voornemens, zij het dat daar soms milde – en een enkele keer wat strenge – druk voor nodig was. Waarvoor dank.

Ik ga niet terugblikken en allerlei bespiegelingen met mijn lezers delen. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om drie boeken, die mij om verschillende redenen zijn bijgebleven onder de aandacht te brengen. Er zijn een paar thema’s die mij persoonlijk en professioneel zeer interesseren. Hoe kan het toch zijn dat mensen goede plannen maken maar die op een rampzalige manier uitvoeren? Ook vraag ik mij af waarom succesvolle ondernemers op enig moment van het goede spoor kunnen afraken. Ik bespreek een aantal boeken over deze thema’s.

 

Adriaan de Jong: De schotel

A.M. de Jong, Omnibus, Arbeiderspers, Amsterdam, 1955

Op mijn veertiende kreeg ik een erfenis van 700 gulden Dat was 12 keer meer dan ik jaarlijks verdiende met het bezorgen van kerkkranten. Ik wilde dat geld gaan beleggen. Dat deed mijn vader namelijk ook en het leek mij heel spannend om mijn geld in Shell, KZO – de voorloper van AKZO – of de ABN te gaan beleggen. Ik mocht gaan beleggen onder de voorwaarde dat ik eerst het verhaal ’De Schotel’ van schrijver A.M. de Jong zou lezen. Hoe een boek van deze uitgesproken socialist in het bezit van mijn protestantse opa was gekomen, is mij nog steeds niet duidelijk. Het verhaal is heel simpel. Een eenvoudige Brabantse boerenjongen ziet hoe je op de kermis door met een bal blikjes om te gooien eenvoudig geld kunt verdienen. Dat lijkt hem ook wel wat en hij besluit het volgende jaar mee te doen. Hij weet door klusjes te doen het voor hem enorme bedrag van 1 gulden te sparen. Vervuld van een fantasie over grote winst gaat hij gooien. De eerste keren lukt dat en hij verdubbelt zijn vermogen. Hij laat zich, aangemoedigd door zijn vrienden, overhalen om nog één keer met twee gulden mee te doen. Hij heeft niet door dat de eigenaar van de attractie op het moment suprême de schotel waarop de blikjes staan een klein duwtje geeft, waardoor hij mist. Verslagen en berooid verlaat hij de kermis. Voor alle duidelijkheid werd mij nog eens uitgelegd dat hebberigheid fatale gevolgen kan hebben. Dit verhaal vat veel onderzoeken naar beleggersgedrag samen. Zelfoverschatting en groepsdruk: het kan dramatisch aflopen. Nadat ik had meegedaan met de emissie van World Online heb ik het nog eens gelezen.

 

Zakenman met een dubbele agenda: George van Beuningen

Harry van Wijnen, (2004) Grootvorst aan de Maas: D.G. van Beuningen 1877-1955 (Amsterdam, Balans)

De biografie van de Rotterdamse zakenman George van Beuningen geeft ook een goed inzicht in de moeizame omgang met rijkdom en macht. Van Beuningen was een telg uit een zeer succesvolle Rotterdamse ondernemersfamilie. Zijn voorouders richtten de Steenkolen Handelsvereniging op. Zij maakten hun fortuin met de handel in kolen uit Duitsland. Dat ging niet helemaal netjes, hoewel ze de wet niet overtraden. De Rotterdamse handelaren vormden een winstgevend kartel en ze dreven ook tijdens de Eerste Wereldoorlog, met instemming van de autoriteiten, handel met Duitsland. De behoefte aan deviezen won het kennelijk van de wens om neutraal te blijven. 

Van Beuningen had een grote liefde voor kunst. Hij spendeerde een flink deel van zijn vermogen aan de vorming van een kunstcollectie. Hij wilde zijn bezit niet voor zichzelf houden, want hij zocht ook naar mogelijkheden om voor een breed publiek te exposeren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg hij de mogelijkheid om een deel van het bezit van een Joodse kunsthandelaar – de Koeningscollectie – te kopen. Daarmee zou hij kunnen voorkomen dat de Duitsers het zouden confisqueren. Het voornemen was nobel, maar de uitvoering was bepaald niet integer. Hij kon de kunst met een aanzienlijke korting kopen, maar hij verkocht een deel tegen een hoge prijs door aan de bezetter, waardoor de objecten aan de persoonlijke collectie van Hitler toegevoegd konden worden.

Er is een schril contrast wat Van Beuningen zei te willen doen en wat hij deed. Zijn biograaf toont begrip voor zijn dilemma: zijn wens om goed te doen tegenover de verleiding om er zelf beter van te worden. Na de oorlog kocht de gemeente zijn collectie voor 17 miljoen gulden. Nu zou dat 96 miljoen euro zijn geweest. Van Beuningen vond het bedrag eigenlijk veel te laag en bedong als compensatie dat het museum naar hem genoemd zou worden.

 

De valkuil van ambitie: Cornelis Verolme, de koning van de stapelloop

Ariëtte Dekker, Cornelis Verolme. Opkomst en ondergang van een scheepsbouwer, Amsterdam, 2005

‘U hoeft niet op zondag te werken, maar het werk moet wel op maandag af zijn’. Deze uitspraak wordt toegeschreven aan de diepgelovige Cornelis Verolme, die na de Tweede Wereldoorlog een imperium van scheepswerven opbouwde. De Zeeuw Verolme werd in 1900 geboren als zevende zoon van een vroom boerengezin. Hij volgde een technische opleiding en ging na een aantal verschillende banen in 1928 bij de machinebouwer Stork werken. Mede dankzij zijn werkgever kon hij zonder door de Duitsers opgepakt te worden de oorlog doorkomen. Hij wilde een machinefabriek opbouwen, maar na een conflict met zijn werkgever begon zij in de buurt van Rotterdam voor zichzelf. Hij kon een vliegende start maken, vooral ook omdat hij de oorlog een aantal machines uit de boedel van zijn werkgever had weten te bemachtigen. Zijn biograaf betwijfelt of dat helemaal eerlijk is gegaan.

In het Rotterdamse manifesteert Verolme zich als een krachtig ondernemer. Hij moet opboksen tegen de gevestigde orde van lokale werven die de markt onderling verdelen en daarbij de prijzen hoog houden. Verolme weet – na veel geruzie – het kartel open te breken en een fors deel van de te verdelen buit binnen te halen. Zijn effectiviteit bewijst hij ook door zich in het Haagse circuit te roeren. Hij weet voor grote projecten toezeggingen en garanties van de overheid te regelen, waardoor hij ook in het buitenland kan expanderen. Hij opent werven in Brazilië en stort in de loop van de jaren zestig zich verder op de bouw van supertankers. Zijn manier van zakendoen kenmerkt zich door tomeloze ambitie en de bereidheid om de regels in zijn eigen voordeel om te buigen. Hij was goed voor zijn personeel – hij bouwde woningen voor ze – maar gewerkt zou er worden.

De afloop van zijn bedrijf is bekend. De cyclische en kapitaalintensieve scheepsbouw was niet bestand tegen de crisis in de olie-industrie, maar de ondergang werd gerekt door een miljarden kostende staatssteun. Verolme haalde dat geld binnen dankzij zijn goede relaties met de politiek en door elke keer weer hoop te bieden dat het nu echt goed zou komen. De RSV-affaire heeft een diep trauma geslagen in ons collectief geheugen.

Beide biografieën maken een hoop duidelijk. Zowel Van Beuningen als Verolme hadden grote ambities. Ze waren dominant en duldden geen tegenspraak. Daardoor wisten ze veel voor elkaar te krijgen. Wat ook duidelijk wordt, is hoe moeilijk het is om altijd en overal integer te zijn. Om hun doelen te bereiken zochten ze de grenzen op en gingen ze er ook daadwerkelijk overheen. Toch waren het geen gewetenloze schurken, want ze hadden we degelijk oog voor de belangen van de samenleving en hun werknemers. Ze struikelden ieder op hun eigen wijze over hun ambities.

Kennelijk moet je om succes te hebben zo af en toe buiten de lijntjes kleuren. Dat kan heel lang zonder al te grote schade goed gaan, maar een fatale afloop ligt op de loer. Elon Musk, Steve Jobs, de familie Philips, Jurgens en Van den Berg, Bill Gates en Marcel Boekhorn zijn ook niet vlekkeloos bij hun doelen uitgekomen.

Een interpretatie mijnerzijds is dat de heren geen prijs stelden op tegenspraak en dat er weinig tegenkrachten in hun omgeving waren. Van Beuningen zag drie huwelijken op de klippen lopen, Verolme ruilde – zonder te scheiden – zijn vrouw in voor een veel jongere minnares. Verolme was in elk geval ijdel. Bij zijn biografie zit een DVD waarop een tv-interview het hem staat. Met onverholen trots vertelt hij de interviewster hoe groot zijn bedrijf is, wat het waard (1 miljard gulden) is en dat al dat bezit van hem is. Dat laatste klopt niet, want het bedrijf had een beursnotering. Toen ik vorig jaar de boedel van mijn vader opruimde vond ik effectennota’s van de koop van de aandelen Verolme. Over dit verlies heeft hij mij nooit iets verteld.

 

Conclusie

Ambitie en integriteit staan op gespannen voet met elkaar. Daarbij gaat het niet alleen om persoonlijke integriteit. Ook in bestuurlijk opzicht is er sprake van rekkelijkheid. Van Beuningen kon zijn verzameling niet geheel vrijwillig verkopen, maar ontliep daarmee lastige vragen. De staat hield tegen beter weten in Verolme in het zadel. Macht zonder tegenspraak is ronduit gevaarlijk. Ik wacht op de biografie van Ralph Hamers en de verschijning van Wobkito Hoekstra voor de enquêtecommissie.

 

in VBA Journaal door

Download
Subscribe to our newsletter