VIER GENERATIES GELD
Koelewijn stelt vast dat onze samenleving na 1980 ingrijpend is veranderd. Zijn grootouders, ouders en zijn eigen generatie groeiden op met de stellige overtuiging dat we vooruit moesten en konden komen in het leven. In dat beeld, en dan vooral na 2000, zijn barsten gekomen en de huidige generatie heeft het moeilijker.
Nog geen 100 jaar geleden leefden Koelewijn’s voorouders in bittere armoede. Zijn grootouders migreerden van Spakenburg en Friesland naar Amsterdam-Noord en maakten daarmee ook een enorme vooruitgang in hun financiële welvaart. In de opeenvolgende generaties steeg in Nederland de rijkdom tot ongekende hoogten; ook de familie Koelewijn ging er flink op vooruit. Maar vooruitgang en emancipatie zijn niet meer vanzelfsprekend. Zekerheden als goede zorg, pensioenen, wonen en toegang tot het onderwijs wankelen. Rendementen zijn met de problemen van de lage rente al helemaal onzeker. Ook de beleggingen van de familie Koelewijn bleken niet allemaal goed te renderen. Maar Koelewijn schreef geen boek over beleggen of financial planning. Hij gaat voornamelijk in op de gevolgen van de maatschappelijke ontwikkelingen op het financiële perspectief van zijn kinderen en andere millennials.
Dr. Jaap Koelewijn was jaren een van de redacteuren van het VBA Journaal. Na functies bij MeesPierson, Robeco en de AFM werd hij freelance professor aan de universiteit Nijenrode. Hij schreef tal van artikelen, sprak regelmatig op BNR Nieuwsradio en vervulde ook een aantal commissariaten. Aan zijn professionele loopbaan kwam abrupt een einde na de beschuldiging dat hij bij een beleggingsfonds samenwerkte met recidiverende fraudeverdachten. De maatschappelijke afrekening was ongenadig, maar Jaap zette zich aan het schrijven van een lijvig boekwerk van 372 pagina’s. Met het motto van ‘Vier generaties’ ‘Bepaal je eigen toekomst’ geeft hij zijn kinderen een opdracht mee en wil hij ook een breed lezerspubliek aanspreken.
In zijn boek snijdt Koelewijn een groot aantal onderwerpen aan, variërend van de naoorlogse economische groei, de jaren ’70 met inflatie en stagflatie en vooral ook de jaren ‘80 die een belangrijk keerpunt in de economische geschiedenis van Nederland vormden. Koelewijn meent dat het ‘akkoord van Wassenaar’ uit 1982, waarmee langdurig werd ingezet op een politiek van loonmatiging, goed werkte tijdens de crisis in de jaren ’80 van de vorige eeuw. De structurele werkloosheid moest hardhandig worden aangepakt en de overheidstekorten moesten omlaag. Maar hij vindt dat we te lang zijn doorgegaan met dit pijnlijke recept. Volgens Koelewijn heeft dat de Nederlandse economie onnodig geschaad. Ons land dreigt daardoor steeds verder af te zakken naar een laagproductief land met veel marginale flexibele banen. Er zal ingezet moeten worden op een hogere arbeidsproductiviteit in combinatie met betere arbeidsvoorwaarden. Natuurlijk zullen er bedrijven zijn, die door hogere lonen en milieulasten kopje onder gaan. Maar dat is de onvermijdelijke creatieve destructie, waar we uiteindelijk beter mee af zullen zijn, aldus Koelewijn.
Koelewijn schetst dat de globalisering na 2000 in een hogere versnelling schakelt en dat “de machtige netwerkbedrijven” door het internet aan hun indrukwekkende opmars beginnen. Hij ziet wereldwijd de ongelijkheid toenemen met een klein aantal extreem winstgevende bedrijven, die op grote schaal hun vrije middelen oppotten, dan wel op een fiscaal vriendelijke manier doorschuiven naar hun aandeelhouders. Zij zullen deze inkomsten maar beperkt uitgeven. Overheden zullen iets moeten doen aan de hoge winsten op dat kapitaal en dan het liefst op zo’n wijze dat ze worden aangewend voor productieve dan wel noodzakelijke investeringen. De komende jaren zullen er grootschalige en langdurige investeringen in met name de energietransitie noodzakelijk zijn.
Koelewijn is van mening dat de euro moet blijven omdat dit goed is voor onze welvaart en kan bijdragen aan een sterker en stabieler Europa. Het project van de eenheidsmunt dreigt echter steeds te ontsporen en alleen drastische ingrepen kunnen de euro in de toekomst op de rails houden. De deelnemers zullen volgens Koelewijn tot vergaande samenwerking moeten komen. Hij pleit voor meer Europa en niet voor minder, ook al ziet hij de problemen met het electorale draagvlak wel onder ogen. Koelewijn meent dat je het Noorden hypocrisie kan verwijten als het kritiek heeft op de vermeende spilzucht in het Zuiden. Duitsland en Nederland hebben met hun overschotten en besparingen juist ook bijgedragen aan de tekorten in het Spanje, Italië en Griekenland. Koelewijn meent dat als we meer soevereiniteit aan Brussel overdragen, er paradoxaal genoeg meer beleidsruimte in ons eigen land ontstaat. Europa kan zich beter ontfermen over de grote problemen zoals klimaatverandering, geopolitiek, pandemieën, migratie, het uitoefenen van macht als het grootste economische machtsblok ter wereld. Dan kunnen we in eigen land de eigen problemen aanpakken zoals die van de woningmarkt, de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, een betere beloning, de aanpak van de vergrijzing en het gebrek aan arbeidskrachten, de hervorming van het pensioensysteem en de aanpak van de studieschulden.
Luister naar de economen!
Koelewijn breekt een lans voor een krachtige overheid die stuurt in plaats van toeziet. Koelewijn meent echter dat het wel heel gemakkelijk is om de neoliberale opvattingen de schuld te geven van de huidige problemen. Voor de hand liggende oplossingen, die aan de hand van breed gedragen economische principes geformuleerd kunnen worden, blijven onuitgevoerd. Volgens Koelewijn maken we veel verkeerde keuzes. Koelewijn erkent wel dat het marktmechanisme vaak gefaald heeft, maar aan de hand van theoretische kaders van Robert Mundell en Dani Rodrik maakt Koelewijn duidelijk dat het niet het neoklassieke model is dat gefaald heeft, maar de uitvoering daarvan. Koelewijn’s advies: Beleidsmakers doen er beter aan meer naar de economen te luisteren om de vooruitgang voor toekomstige generaties weer op gang te brengen.
in VBA Journaal door Boekbespreking door Wim Zwanenburg, Beleggingsstrateeg Stroeve Lemberger