De Wet toekomst pensioenen (WTP) is in juli 2023 in werking getreden. In januari 2025 zijn de eerste fondsen ingevaren. De overgang naar WTP heeft tot gevolg dat het collectieve vermogen van pensioenfondsen die invaren converteert naar persoonlijke pensioenpotten met een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid. Binnen dit leeftijdsafhankelijke beleggingsbeleid lopen jongeren meer beleggingsrisico dan (bijna) gepensioneerde deelnemers. Dit komt voort uit de theorie dat jongeren nog een hoge waarde halen uit hun menselijk kapitaal en een lange periode tot hun pensioen hebben waardoor zij de capaciteit hebben om eventuele verliezen op de financiële markten goed te maken. Op de lange termijn loont naar verwachting het nemen van meer beleggingsrisico in de vorm van een groter kapitaal bij pensionering.
In dit paper gaan wij in op drie belangrijke beleggingsaspecten in het nieuwe pensioencontract. Gegeven dat het leeuwendeel van de Nederlandse pensioenfondsen lijkt te kiezen voor de Solidaire Premie Regeling (SPR) nemen we deze pensioenregeling als uitgangspunt. Waar er belangrijke verschillen bestaan met de Flexibele Premieregeling (FPR) lichten we dit toe. Als eerste gaan we in op portefeuilleconstructie. Wij laten zien dat portefeuillediversificatie van groot belang is bij de constructie van de lifecycle. Vervolgens gaan wij in op de nieuwe dynamieken die er in het portefeuillebeheer plaatsvinden. Bijvoorbeeld, de hercalibratie van de strategische asset allocatie als gevolg van het toebedelen van het collectief behaald rendement naar de persoonlijke pensioenpotten of leeftijdscohorten. Deze dynamieken vragen een pensioenfonds reeds in een vroeg stadium na te denken over de opzet van de portefeuille, bijvoorbeeld de allocatie naar private markten. Hier gaan wij in het laatste hoofdstuk op in.
in VBA Journaal door Willem van Dommelen & Frederik Mannaerts