Nederlandse Beroepsvereniging van Beleggingsprofessionals
Mijn lidmaatschap

De rol van rating-agencies in de crisis

Terug naar laatste publicaties

Rating-agencies spelen een cruciale rol in de huidige financiële markten. Door het uitgeven van opinies over kredietwaardigheid helpen zij de informatie asymmetrie te overbruggen tussen partijen die schuldinstrumenten uitgeven en de partijen die daarin investeren. Daarnaast worden deze ratings in zowel Basel II als Solvency II gebruikt als inputvariabele bij het bepalen van het solvabiliteitsbeslag. ‘Foute’ credit ratings en het falen van de agencies worden echter ook steeds meer gezien als een van de mogelijke oorzaken van de huidige financiële crisis. Volgens de critici heeft het te optimistisch beoordelen van leningen en gestructureerde producten geleid tot overleverage en drastische aanpassingen in ratings en zo bijgedragen aan pro-cycliciteit. Doel van dit artikel is in te gaan op de werkwijze en rol van de rating-agencies gedurende de crisis. Ik zal hierbij ingaan op de vraag of de rating-agencies verantwoordelijk zijn voor de crisis, op het gebruik van externe ratings in solvabiliteitstoezicht en op eventuele alternatieven voor externe credit ratings.

Downgrade Amerika als veroorzaker van bloedbad beurzen

 

Rating-agencies en hun werkzaamheden:

Het afgeven van ratings is feitelijk niets meer dan een rapportcijfer voor de kredietwaardigheid van overheden en bedrijven die obligaties uitgeven. Beleggers kopen schuldbewijzen en krijgen hiervoor een periodieke rentevergoeding, waarna de lening in principe aan het eind van de looptijd wordt terugbetaald. Rating-agencies beoordelen de mate waarin een overheid of bedrijf in staat is de rente te betalen en uiteindelijk de lening af te lossen. De drie grote rating-agencies, Standard & Poor’s, Fitch en Moody’s, hanteren hierbij soortgelijke rating systemen gebaseerd op letters van A tot en met D. Hierbij is AAA de hoogst haalbare rating, terwijl D de laagst haalbare rating is voor bedrijven die reeds in default zijn.2 Over het algemeen geldt dat voor obligaties een verlaging van de rating, ook wel downgrade genoemd, de koers onder druk zet.

Beleggers willen voor een hoger risico (de kans op faillissement) gecompenseerd worden door een hoger rendement op hun obligatie. Deze hogere rente resulteert in lagere obligatiekoersen. Voor aandelen van het gedowngrade bedrijf betekent de verlaging van de kredietwaardigheid dat het bedrijf alleen tegen een hogere rente geld kan lenen, wat de bedrijfsresultaten aantast en tot lagere koersen leidt. Bij ratings op overheden betekent een verlaging van de rating normaal gesproken dat de economie van het land minder goed gaat draaien.3 Ook hierdoor zullen bedrijfswinsten onder druk komen te staan. Rating-agencies spelen dus een cruciale rol in de huidige financiële markten en de gevolgen van aanpassingen in hun ratings hebben daarom vaak verstrekkende gevolgen. De historische downgrade door Standard & Poor’s van de Amerikaanse overheid is bijvoorbeeld medeveroorzaker geweest van een bloedbad op de beurzen, maar heeft tevens de grote invloed van credit rating bureaus aangetoond. Rating-agencies hebben klaarblijkelijk niet alleen grote invloed op obligatiebezitters, maar ook op aandelenbeleggers. De vraag is echter of zij door het afgeven van ratings medeverantwoordelijk zijn voor de crisis die zich de afgelopen periode geopenbaard heeft.

 

Rating-agencies en het ontstaan van de crisis:

Als directe aanleiding van de financiële crisis wordt door velen het uiteenspatten van de woningmarkt zeepbel in de VS gezien. Toen duidelijk werd dat te veel slechte hypotheken waren verstrekt, waren de gevolgen voor de financiële sector, en later ook de reële economie, vèrstrekkend. Niet alleen door de verspreiding van de risico’s van deze leningen door het financiële systeem, maar ook door de ondoorzichtigheid wie deze risico’s precies droeg,. De dieper liggende oorzaken van de crisis liggen echter op het macro-economische terrein (handels- en monetair beleid, globalisering en liberalisering van financiële markten). Met behulp van technische en wetenschappelijke innovatie hebben financiële instellingen zich in toenemende mate toegelegd op het verstrekken van kredieten. Vervolgens is men gestart met het verhandelen van de kredietrisico’s van deze leningen op de kapitaalmarkt. Consumenten en bedrijven gingen steeds meer geld lenen en staken zich daarmee steeds dieper in de schulden (Cie. De Wit (2010)).

Duidelijk is dat binnen de financiële markten de rating-agencies het afgelopen decennium een steeds grotere rol zijn gaan spelen. Waar de activiteiten van deze instituten zich in het verleden vooral richtten op het raten van uitgegeven schuldpapier, heeft het afgelopen decennium een verschuiving plaatsgevonden richting het raten van gestructureerde producten en advisering hieromtrent. Dit heeft gezorgd voor een enorme toename in de winst van deze instituten en een steeds grotere afhankelijkheid van de markt van slechts een zeer beperkt aantal partijen. Collectieve afhankelijkheid van de rating-agencies heeft naar mijn mening geleid tot verminderd intern kredietrisicomanagement en kuddegedrag (waaronder het blindelings vertrouwen op de instituten) en hiermee sterk bijgedragen aan pro-cycliciteit gedurende de crisis.

Het meest duidelijk uit dit zich in de volgende aspecten:

Collectieve afhankelijkheid van rating-agencies heeft geleid tot kuddegedrag

Ik ben daarom van mening dat de rating-agencies inderdaad een grote bijdrage hebben geleverd aan de pro-cycliciteit van de economie. Dit heeft tot speculatieve bubbles geleid en de economische crisis verergerd.

 

Externe ratings in solvabiliteitstoezicht; conflicterende belangen en beperkte aansprakelijkheid

Door het incorporeren van credit ratings in de regelgeving voor solvabiliteitsvereisten, hebben regelgevers feitelijk een deel van hun werkzaamheden uitbesteed aan de rating-agencies. Als gevolg hiervan spelen de rating-agencies een kritieke rol in de kapitaalmarkten en is het verkrijgen van een credit rating een vereiste geworden bij het uitgeven van schuldinstrumenten in zo goed als ieder land. Bovenstaande lijkt in schril contrast te staan met de onwil van de rating-agencies deze verantwoordelijkheid op zich te nemen en de beperkte aansprakelijkheid die wordt aangegaan. Rating-agencies

Aanpassen verdienmodel rating-agencies nodig

hebben met name bij het prijzen van gestructureerde producten fouten gemaakt door zich in hun modellen te baseren op (korte) historische datasets, wat onder andere heeft geleid tot een lage inschatting van het kredietrisico van de partijen. Bij gestructureerde producten speelde verder een rol, dat de rating methodologie geen rekening houdt met de mate van recovery wanneer eenmaal een faillissement optreedt. Dit is echter voor de belegger van fundamenteel belang bij het beoordelen van zijn totaalresultaat. Daarnaast heeft de drang naar winst tot gevolg gehad dat een rating werd afgegegeven op producten die niet volledig begrepen werden. Verder is de rating agency industrie er één met een hoge toetredingsdrempel en slechts een beperkt aantal spelers die via een oligopolistische marktvorm de markt verdelen. Gecombineerd met een verdienmodel dat gebaseerd is op het feit dat de schulduitgevende instantie de rating agency betaalt, is bovenstaande een voedingsbodem voor conflicterende belangen. Ook werden zowel adviezen gegeven over het verhogen van de rating van de onderneming, terwijl ook het daadwerkelijk afgeven van een rating werd gedaan. Dit leidt tot ongewenste belangenverstrengeling. Om bovenstaande redenen is daarom intussen een groot aantal rapporten verschenen die de rol van de rating-agencies tijdens de crisis beschrijven en aanbevelingen geven ter verbetering. Deze aanbevelingen zijn inmiddels vertaald in maatregelen van toezichthouders. Hoewel er geen consensus is ten aanzien van een standaard set maatregelen, richten de verbeteringen zich met name op de volgende zaken:

Bovenstaande verbeteringen zullen op de lange termijn leiden tot een kleinere afhankelijkheid van individuele rating-agencies. Ook zal de kwaliteit van het geleverde product en de transparantie hierdoor stijgen. Het zal echter tijd kosten deze maatregelen te verwerken in nationale regelgeving en volledig te implementeren.

Als voorbeeld van bovenstaande verbeteringen acht ook de Duitse bondskanselier Angela Merkel de tijd rijp voor een Europese rating-agency. Uit onvrede over de missers en de enorme invloed van de drie Amerikaanse rating-agencies, in men in Duitsland bezig een Europees rating-agency op te starten op basis van een nieuw operationeel model waarbij inherente zwaktes en tegenstrijdige belangen van de huidige structuur worden aangepakt. Zij vinden de dominante positie van Standard & Poor’s, Fitch en Moody’s te groot en zijn van mening dat zij door hun verkeerde inschattingen medeverantwoordelijk zijn voor de internet bubble en de financiële crisis in 2008. Hierbij gaat het niet om een overheidsproject, maar om een initiatief uit het bedrijfsleven. Het zoekt hierbij steun bij alle Europese regeringen en hun autoriteiten die de financiële markten bewaken. Dit nieuwe Europese rating-agency zou gefinancierd worden door investeerders via een open platform en in zes tot twaalf maanden gestart kunnen worden en binnen drie jaar operationeel kunnen zijn. Amsterdam wordt genoemd als mogelijke locatie. Door deze opzet wordt een deel van de bij de drie grootste rating-agencies aanwezige belangenverstrengeling opgelost en een neutraler platform geboden.

 

Maatregelen om afhankelijkheid van externe ratings in het solvabiliteitstoezicht te verminderen

Zoals uit bovenstaande blijkt, lijkt het op korte termijn volledig elimineren van de externe ratings uit de toezichtkaders voor kapitaalsvereisten, gezien het gebrek aan alternatieven, geen realistische optie. Daarnaast zal ook het aanpassen van het verdienmodel om conflicterende belangen te elimineren enige tijd kosten. Toch kunnen de volgende oplossingsrichtingen worden overwogen om op korte termijn de afhankelijkheid van externe credit ratings te verminderen:

 

Conclusies

Concluderend kan gesteld worden dat de ratingagencies een grote bijdrage hebben geleverd aan de pro-cycliciteit van de economie. In de vakliteratuur zijn intussen diverse voorstellen gedaan die op de lange termijn leiden tot een kleinere afhankelijkheid van individuele rating-agencies. Ook zal de kwaliteit van het geleverde product en de transparantie hierdoor stijgen. Op korte termijn kan gesteld worden dat er diverse mogelijkheden zijn om de afhankelijkheden van credit ratingagencies te beperken. Deze voorstellen zijn echter voornamelijk op interne modellen of marktdata gebaseerd en lossen hiermee slechts een gering deel van de pro-cycliciteit op. Het lijkt dus raadzaam om na te denken over verdere alternatieven. Het in Duitsland gestarte initiatief lijkt hierbij een stap in de goede richting.

 

Literatuurlijst

Noten

  1. Drs. Schilstra MSc. RBA is als director Client Management bij KAS BANK verantwoordelijk voor klantencontacten in de drie business lines Institutional Investors, Clearing & Banking en Fund & Insurers.
  2. Een gangbare grens is een kredietbeoordeling van BBB, gebaseerd op Standard & Poor’s kredietkwalificaties, of BAA gebaseerd op Moody’s kredietkwalificaties. Obligaties met ratings op of boven deze niveaus worden beschouwd als relatief veilige beleggingen (investment grade), onder deze niveaus als meer riskant (below investment grade of high yield). Bedrijven in de C categorie zijn in de buurt van faillissement beland.
  3. Een lagere rating leidt normaal gesproken tot hogere rentelasten. Om dit te kunnen financieren worden de belastingen verhoogd en /of leidt dit tot minder overheidsinvesteringen.
  4. Subprime leningen zijn als obligaties verpakte gebundelde hypotheken uit het laagste segment.
  5. Public Consultation on Credit Rating Agencies, European Commission November 2010.

 

in VBA Journaal door

Download
Abonneer op onze nieuwsbrief