Met de razendsnelle ontwikkeling van artificial intelligence (AI) is er veel aandacht voor de goede adoptie van AI. De kracht zit in de combinatie van mens en machine. Het CFA Institute Research & Policy Center doet praktische aanbevelingen.
Een recente MIT-studie, waarover TIME Magazine in juni rapporteerde, laat zien dat ChatGPT gebruikers minder hersenactiviteit vertonen bij het schrijven van een essay. Dit wijst op verminderde kritische denkvaardigheden; gepresenteerd werk was minder origineel en tijdens het experiment groeide de afhankelijkheid van ChatGPT. In deze studie van MIT’s Media Lab werd een groep studenten gevraagd een essay te schrijven. Hierbij werd de hersenactiviteit bijgehouden voor drie groepen die respectievelijk de AI-tool, een zoekmachine of geen van beide mochten gebruiken. Vanwege de risico’s bij de snelle opmars van AI in het onderwijs vonden de onderzoekers het wenselijk de publiciteit te zoeken, ondanks de beperkte omvang en voorlopige aard van de uitkomsten. AI-expert Noelle Russell benadrukt eveneens de rol van AI in het vergroten, niet vervangen, van het menselijk denkvermogen, vooral in sectoren als financiën waar context en relaties van cruciaal belang zijn.
In de financiële sector is zichtbaar hoe AI traditionele processen verandert. Recent deelde het CFA Institute Research & Policy Center een vijftal praktische lessen voor beleggingsprofessionals. Een eerste les is de waarde die AI heeft in het vergroten van professionele menselijke mogelijkheden in plaats van het vervangen daarvan. Met name beginnende werknemers hebben hier voordeel van waardoor de productiviteit stijgt. Een tweede les betreft de mogelijkheden voor integratie in strategische besluitvormingsprocessen. AI kan ondersteunen in het identificeren van risico’s en het tegengaan van ‘groupthink’. Wel kan de ondoorzichtigheid van AI-uitkomsten vragen oproepen, onder andere ten aanzien van regelgeving. Een derde les betreft de zorgen dat AI kritisch denkvermogen kan ondermijnen, hetgeen we ook zagen in de MIT-studie. Het (blijven) uitvoeren van taken zonder gebruik van AI biedt hier tegenwicht. De vierde les betreft het borgen van begeleiding en toezicht op toepassing van AI in besluitvormingsprocessen om zo ethische en toezichtrisico’s te beheersen. De vijfde les is dat kennis en vaardigheden van medewerkers in de sector zich moeten ontwikkelen in lijn met de opmars van AI. Specifiek wordt hier gewezen op de vaardigheid om te leren leren. Het bieden van waarde voor de klanten zal afhangen van het vermogen om menselijk oordeel te balanceren met AI-gebruik.
De opmars van AI heeft de volle aandacht van beleidsmakers en toezichthouders (OECD, EU, IMF, BIS, IOSCO, DNB). Gegeven het strategische belang van AI hebben zij een schat aan publieke informatie beschikbaar over de ontwikkelingen en implementatie van AI wereldwijd. Een recente studie van denktank CGAP laat zien dat gehanteerde definities van AI verschillen maar kernelementen zijn het uitvoeren van menselijke taken op het gebied van redeneren, leren en besluiten en het vermogen om veel data te verzamelen en te interpreteren. Hun onderzoek laat ook verschillen zien in soft- en hardregulering, waarbij hetzij niet-bindende afspraken of juist specifieke wetgeving is ingesteld. Gezien het context-specifieke karakter is er geen generiek optimaal toezichtmodel voor AI. Ook de aanbevelingen voor de financiële sector verschillen per jurisdictie. De Bank for International Settlements (BIS) ziet voor de financiële sector de voordelen van productiviteitswinst en kostenbesparingen. Zij ziet in AI een versterking van vooral bestaande risico’s. Wel wijst de BIS op de noodzaak van voldoende toezicht vanwege nieuwe marktpartijen en businessmodellen en toezicht op grote spelers in cloud- en AI-diensten vanwege de concentratie in de sector. Kortom, kritisch (blijven) nadenken blijft het devies.
in Externe publicatie door Alwin Oerlemans