In het nieuwe pensioenstelsel volgt het collectieve beleggingsbeleid uit de lifecycle. De lifecycle bepaalt hoe elke deelnemer belegt, de optelling van alle deelnemers vormt dan het collectieve beleggingsbeleid. Hoeveel risico er genomen moet worden op elke leeftijd wordt een van de belangrijkste beleggingsbeslissingen in het nieuwe stelsel.
Uit veel berekeningen die gemaakt worden, komt naar voren dat in de solidaire premieregeling (SPR) meer risico genomen kan worden dan in een zuivere premieregeling. Dit komt onder andere door inzet van een buffer in de vorm van een solidariteitsreserve. Het risico verlagende karakter van de solidariteitsreserve werkt echter alleen als deze voldoende gevuld is. Bij een lege reserve zit je – op de korte termijn – dichter bij een zuivere premieregeling en lijkt een minder risicovol beleggingsbeleid gewenst. Kortom, het gewenste beleggingsbeleid lijkt afhankelijk van de vulling van de reserve. Is een dergelijk dynamisch beleid in de praktijk ook wenselijk?
in VBA Journaal door Gosse Alserda