Samenvatting van RBA-scriptie
in VBA Journaal door Gregory Landbrug is Equity Portfolio Manager bij a.s.rLANGE TERMIJN SMALL-CAP AANDELENPORTEFEUILLE ALS ALTERNATIEF VOOR PRIVATE AANDELEN
LANGE TERMIJN SMALL-CAP AANDELENPORTEFEUILLE ALS ALTERNATIEF VOOR PRIVATE AANDELEN
STABIELE INKOMSTEN DOOR TE INVESTEREN IN VERDUURZAMING EN ENERGIETRANSITIE
De wereld is onvergelijkbaar verbeterd in de afgelopen decennia. Armoede en honger zijn bijna verdwenen, grondstoffen zijn goedkoper, de aarde wordt groener, oorlog is een uitzondering, steeds minder mensen sterven door natuurrampen. Zo was de status althans toen Bailey en Tupy hun boek publiceerden, ruim voor het uitbreken van de Oekraïne crisis begin 2022.
Reële activa, daar hou ik van. Niks tegen ‘gewone’ beursgenoteerde liquide beleggingen hoor, en ja, ik kijk door de bril van een gewone, niet zeer vermogende particulier. Maar ik denk aan de vreugde die een eigen huis kan geven, of een vakantiehuis, of kunst en andere ‘collectables’ zoals bijzondere horloges, juwelen of klassieke auto’s. Die vreugde is formidabele bonus bovenop de waardestijging (meestal door ordinaire asset inflatie) die zulke activa op lange termijn soms ook bieden. Zeker ‘collectibles’ brengen vaak zoveel meer aan leerzame ervaringen met zich mee dan een passief belegde portefeuille van bijvoorbeeld trackers.
Het VBA Journaal sprak voor deze editie met Patrick Kanters, Managing Director Global Real Estate & Infrastructure bij APG Asset Management. Hij is bij APG AM verantwoordelijk voor de beleggingen in “real assets”, het onderwerp van dit nummer. In het geval van APG zijn dit met name beleggingen in vastgoed, infrastructuur maar ook zogenaamde “natural resources”. Deze laatste categorie omvat investeringen in onder meer bosbouw en agrarische grond. Patrick is, naast de real assets tak, ook verantwoordelijk voor private equity. Zijn team opereert vanuit drie kantoren: Amsterdam, New York en Hong Kong.
Johan is beleggingsdeskundige en adviseert pensioenfondsen bij BM Fiduciair Beheer. Pensioenfonds SAGA is Johans grootste klant. Tijdens de laatste bestuursvergadering bespreekt het bestuur een investering in een infrastructuurproject waar Johan een analyse voor geschreven heeft. Op basis van grondig, zorgvuldig en behoedzaam onderzoek van alle relevante kenmerken van de belegging is Johan tot de conclusie gekomen dat dit infrastructuurproject in de context van de totale portefeuille geen meerwaarde heeft voor Pensioenfonds SAGA. Het bestuur besluit toch de investering te doen en het vraagt Johan een analyse te schrijven waaruit blijkt dat dit een geschikte belegging is voor SAGA zodat het besluit goed onderbouwd wordt. Moet Johan aan het verzoek van zijn klant gehoor geven en de positieve analyse schrijven?
In today’s environment of volatile macro-economic policies and political swings, demand for investments yielding predictable and attractive stable returns is higher than ever. However, many low-risk instruments such as bonds continue to yield negative inflation-adjusted returns across Europe. Infrastructure may offer investors a balanced solution to manage these challenges. Infrastructure comprises physical assets which provide basic services required for a society to function, such as (toll) roads, electricity grids or power generation. These assets offer highly predictable revenues for multiple reasons; all income is contracted with reliable counterparties, sensitivity to economic cycles is limited as these assets tend to have monopolistic characters due to prohibitive costs of building competition and inflation protection is strong as infrastructure revenues are often linked directly or indirectly to inflation.
Voor beleggers in Europa was Bosbouw lange tijd vooral een verhaal van ‘onbekend maakt onbemind’. Gemotiveerd door de duurzame toepassingsmogelijkheden van hout, het behoud van bossen en de natuurlijke CO2-opslag, krijgt Bosbouw nu ook hier meer aandacht. Zeker met ‘Glasgow’ vers in het geheugen. Bomen slaan immers veel CO2 op. Oftewel, er is een ‘carbon sink’, wanneer het materiaal duurzaam wordt toegepast, zoals bij de bouw van huizen of voor meubelen. Ook lopen institutionele investeerders meer warm voor Bosbouwinvesteringen.
Een belangrijk kenmerk van het nieuwe pensioenstelsel is dat de individuele deelnemer meer centraal staat. Daarnaast neemt de aandacht en het belang van duurzaamheid in de beleggingsportefeuille steeds verder toe. Voor pensioenfondsen betekent dit de uitdagende taak om onderbouwde keuzes te maken voor een beleggingsbeleid dat rekening houdt met duurzaamheid en tegelijkertijd past bij de deelnemers. En om vervolgens verantwoording af te leggen over deze keuzes en het gevoerde beleid. In dit artikel beschrijven wij hoe pensioenfondsen deze uitdaging aan kunnen pakken door de voorkeuren van deelnemers uit te vragen en te betrekken in het proces van het vaststellen van ambities naar een duurzaam beleggingsbeleid.
De Britse actuariële beroepsvereniging heeft recent een rapport uitgebracht over, wat zij noemen, “the Great Risk Transfer” (IFoA, 2021). Zij signaleren een maatschappelijke trend waarbij risico’s van instellingen –zoals werkgevers, de overheid en financiële dienstverleners– worden overgedragen aan individuen. Voorbeelden van deze trend zijn onder meer de vergaande verschuiving van defined benefit pensioenregelingen (DB) naar beschikbare premieregelingen (DC) en minder beleggingsproducten met garanties. In Nederland is deze ontwikkeling ook duidelijk gaande.
Pensioenfondsen die kiezen voor de solidaire premieregeling – voorheen bekend als het nieuwe pensioencontract – moeten vervolgens een keuze maken tussen twee methodes om het beschermingsrendement vast te stellen. De keuze gaat hier tussen een theoretisch beschermingsrendement gebaseerd op de DNB swapcurve of een werkelijk beschermingsrendement gebaseerd op het rendement van één of meerdere matchingportefeuilles. Beide methodes hebben specifieke voor- en nadelen, en leiden naar verwachting ook tot een andere invulling van de collectieve portefeuille. Om een goede keuze te maken tussen de twee methodes is het daarom belangrijk om eerst te bepalen hoe de collectieve portefeuille eruit komt te zien bij elk van deze methodes.
Met het nieuwe pensioen contract is ons een pensioen beloofd met een beter indexatieperspectief dan het huidige contract. Of dat betere pensioen er komt is echter de vraag. De kans bestaat dat door het ontwerp van het pensioencontract mensen minder risico nemen en daardoor juist een lager pensioen gaan krijgen. Dat geldt voor ouderen, maar waarschijnlijk ook voor jongeren. In dit artikel stellen we een alternatieve verdeling van overrendementen in de solidaire premieregeling voor, die het voor jongeren aantrekkelijker maakt om risico te nemen en tegelijkertijd het contract evenwichtiger maakt.
Aan het einde van het zwaar door corona gedomineerde jaar blikken we met professor Arnoud Boot van de Universiteit van Amsterdam terug op de belangrijkste economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren. We bespraken onder andere ‘hoe de koek groter kan’ bij vastgoed, coronasteun, ESG en crypto.